rblz.|1|
Kamerstukken
II 1999-2000, 27 207
Vaststelling
van regels voor het tot stand brengen van een nieuw evenwicht tussen
arbeid en zorg in de ruimste zin (Wet arbeid en
zorg)
Nr.r3 |
MEMORIE
VAN TOELICHTING |
Inhoudsopgave
xAlgemeen |
1 |
Inleiding |
1.1 |
Inleiding |
1.2 |
Nota "Op weg naar
een nieuw evenwicht tussen arbeid en zorg" (discussienota arbeid en zorg) |
1.3 |
Adviezen over de
discussienota arbeid en zorg en behandeling in de Tweede Kamer |
1.4 |
Kabinetsstandpunten |
2 |
Wet
arbeid en zorg |
2.1 |
Inleiding |
2.2 |
Noodzaak van nieuwe
verlofregelingen |
2.3 |
Keuze voor wetgeving |
2.4 |
Eén overkoepelende
wet |
2.5 |
Verschillende
onderdelen van de Wet arbeid en zorg |
3 |
Zwangerschaps-,
bevallings- en adoptieverlof |
3.1 |
Inleiding |
3.2 |
De uitkering in
verband met zwangerschap, bevalling en adoptie |
3.3 |
De kring van
rechthebbenden |
3.4 |
De hoogte van de
zwangerschaps- en bevallingsuitkering en de uitkering inzake het adoptieverlof |
3.5 |
De financiering van
de uitkeringen |
4 |
Calamiteitenverlof en ander kort verzuimverlof |
5 |
Kraamverlof |
6 |
Het
kortdurend zorgverlof |
6.1 |
Inleiding |
6.2 |
Een geclausuleerd
recht |
6.3 |
Samenloop met
calamiteitenverlof |
6.4 |
De kring van
zorgbehoevenden |
6.5 |
Loondoorbetalingsverplichting |
7 |
Ouderschapsverlof |
7.1 |
Inleiding |
7.2 |
Inhoud van de
flexibilisering |
8 |
Politiek
verlof |
9 |
Budgettaire gevolgen en administratieve lasten |
9.1 |
Inleiding |
9.2 |
De zwangerschaps- en
bevallingsuitkering |
9.3 |
De uitkering bij
adoptieverlof |
9.4 |
De uitkering bij
kortdurend zorgverlof |
9.5 |
De uitkering bij
kraamverlof |
9.6 |
Overige regelingen |
9.7 |
De gevolgen voor het
bedrijfsleven |
9.8 |
Uitvoerbaarheid en
handhaafbaarheid |
9.9 |
De gevolgen voor de
belasting van de rechterlijke macht |
10 |
Invoering |
10.1 |
Implementatie |
10.2 |
Evaluatie en
informatievoorziening |
xArtikelsgewijs |
Hoofdstuk
1. Algemene
bepalingen |
x |
Artikelen
1:1 t/m 1:4 |
Hoofdstuk
3. Zwangerschap,
bevalling en adoptie |
x |
Artikelen
3:1 t/m 3:32 |
Hoofdstuk
4. Calamiteiten-
en ander kort verzuimverlof |
x |
Artikelen
4:1 t/m 4:8 |
Hoofdstuk
5. Kortdurend
zorgverlof |
x |
Artikelen
5:1 t/m 5:10 |
Hoofdstuk
6. Ouderschapsverlof |
x |
Artikelen
6:2 t/m 6:7 |
Hoofdstuk
7. Politiek
verlof |
x |
Artikelen
7:1 t/m 7:6 |
Hoofdstuk
8. Financiering
loopbaanonderbreking |
x |
Artikelen
8:6 t/m 8:21 |
Hoofdstuk
9. Slotbepalingen |
x |
Artikelen
9:1 t/m 9:2 |
xBijlage A: Transponeringstabel BW -
Wazo |
xBijlage
B: Transponeringstabel ZW en WAZ - Wazo |
xBijlage
C: Transponeringstabel Finlo - Wazo |
rblz.|2|
Lijst
met afkortingen:
AAW: Algemene Arbeidsongeschiktheidswet
Afz: Arbeidsongeschiktheidsfonds
zelfstandigen
ARAR: Algemeen Rijksambtenarenreglement
AWf: Algemeen Werkloosheidsfonds
BW: Burgerlijk Wetboek
BZK: Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties
CAO: collectieve arbeidsovereenkomst
CPB: Centraal Planbureau
Ctsv: College van toezicht sociale
verzekeringen
dga: directeur-grootaandeelhouder
ESH: Europees Sociaal Handvest
ILO: International Labour Organization
Lisv: Landelijk instituut sociale
verzekeringen
OOW: Overheidspersoneel onder de
werknemersverzekeringen
OT: overhevelingstoeslag
SCP: Sociaal en Cultureel Planbureau
SZW: Sociale Zaken en Werkgelegenheid
uvi: uitvoeringsinstelling
VWS: Volksgezondheid, welzijn en sport
WAA: Wet aanpassing arbeidsduur
WAO: Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering
WAZ: Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering
zelfstandigen
WVA: Wet vermindering afdracht
loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen
ZW: Ziektewet
rblz.|3|
Algemeen
1. Inleiding
1.1. Inleiding
Met het wetsvoorstel Arbeid en zorg wordt een nieuwe stap gezet op weg naar een nieuw evenwicht
tussen arbeid en zorg, een stap in een ontwikkelingsproces dat
al enkele decennia loopt. Voor het eerst in 1985 (Kamerstukken
II 1984-1985, 19 052) werd het combineren van
arbeid en zorg in het Beleidsplan Emancipatie aangemerkt als een
belangrijk beleidsdoel. Dit doel werd omschreven als: "Het bereiken van een
situatie waarin ieder volwassen individu, ongeacht de leefvorm waarvan hij
of zij deel uit maakt, in eigen levensonderhoud kan voorzien en voor zich
zelf kan zorgen. In principe zal deze situatie worden gerealiseerd via
een groeiende deelname aan de betaalde arbeid, en waar mogelijkheden
daartoe ontbreken, door het realiseren van een (eigen recht op) uitkering volgens de regels van de sociale
wetgeving."
Om het ouders
gemakkelijker te maken betaalde arbeid te combineren met het verzorgen van
jonge kinderen, werd besloten tot de uitbreiding van kinderopvangfaciliteiten en van verlofregelingen. De eerste
Stimuleringsmaatregel Kinderopvang beoogde gemeenten aan te zetten tot het creëren van een
fors aantal kinderopvangplaatsen (Kamerstukken II 1988-1989, 21 180, nr.
1). Daarnaast werd in 1991 een
wettelijke regeling voor ouderschapsverlof geïntroduceerd (Kamerstukken
II 1989-1990, 20 528). De toekenning van het
recht op ouderschapsverlof aan iedere individuele werknemer en
niet in onderling overleg aan één van de ouders (zoals wel in het
buitenland gebeurt ¹), beoogde vrouwen én mannen meer mogelijkheden te bieden
om betaalde arbeid te combineren met ouderschapstaken. Het
achterliggend doel hiervan is bij te dragen aan de herverdeling van betaalde
en onbetaalde arbeid tussen vrouwen en mannen (nog ongelijk
verdeeld over mannen en vrouwen). Eerder al, in maart 1990, was het zwangerschaps- en bevallingsverlof van
twaalf naar zestien weken verlengd om het combineren van betaalde arbeid en zorg voor zwangere of pas bevallen
werknemers te vergemakkelijken.
1. Informatie uit de
internationale expertmeeting over Leave Arrangements
and Childcare van september 1999 te Den
Haag.
Het herverdelen van
onbetaalde arbeid tussen vrouwen en mannen werd vervolgens in 1992
benoemd als speerpunten van emancipatiebeleid. Dit leidde in 1993 tot voorstellen om belemmeringen voor het opnemen van
onbetaald verlof die
gelegen zijn in de sociale zekerheid, weg te nemen. De Commissie
Toekomstscenario’s Herverdeling Onbetaalde Arbeid ¹ kreeg in 1994 de opdracht
toekomstscenario’s te ontwikkelen die het combineren van arbeid en
zorg vergemakkelijken. Eén van deze scenario’s, het
combinatiescenario (waarbinnen betaalde arbeid en onbetaalde arbeid c.q. zorg wordt
gecombineerd), werd uitgangspunt van het beleid. Voorts werd in
1995 de haalbaarheid onderzocht van een regeling voor loopbaanonderbreking. Dit leidde in 1998 tot de
Wet financiering loopbaanonderbreking,
waarmee verlof voor zorg en educatie door de overheid - onder
voorwaarden - financieel wordt ondersteund. Intussen was in 1997 ook de
wettelijke regeling voor ouderschapsverlof zodanig gewijzigd dat meer
werknemers van het recht op ouderschapsverlof gebruik konden maken (Kamerstukken
II 1996-1997, 25 477).
1. Commissie
Toekomstscenario’s Herverdeling Onbetaalde Arbeid,
Onbetaalde zorg gelijk verdeeld. Den Haag: VUGA,
1995.
In de periode 1985 tot
heden is sprake van een sterk toenemende arbeidsparticipatie van vrouwen met jonge
kinderen.¹ Daarnaast is de tijd die mannen aan onbetaalde arbeid besteden
toegenomen.² Deze trend naar
een meer gelijke
verdeling gaat vergezeld van beleid om het combineren van arbeid en zorg te
vergemakkelijken. Het in 1985 gestelde beleidsdoel is echter nog niet
bereikt. Er is immers nog geen sprake van een situatie waarin iedere volwassene
in het eigen levensonderhoud kan voorzien én rblz.|4|
voor zichzelf (en
afhankelijke kinderen) kan zorgen. Een proces van herverdeling van betaalde en
onbetaalde arbeid tussen mannen en vrouwen is op gang gekomen, maar dit
laat de situatie onverlet dat vrouwen het merendeel van de
(onbetaalde) zorg en mannen het merendeel van de (betaalde) arbeid blijven
doen. Voortgaand beleid is nodig om ervoor te zorgen dat
|
Klik hier om de volledige, bijgewerkte pagina te verkrijgen.
|
|
|