Nadere regelgeving:
- Uitvoeringsregeling Registratiewet 1970
WET van 24 december 1970, houdende
regeling van de formaliteit van registratie van akten
WIJ JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses
van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de
algemene herziening van de registratie- en de zegelbelasting wenselijk
is de formaliteit van registratie van akten bij een afzonderlijke wet te
regelen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
1. Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen
wordt verstaan onder:
a. KNB: Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie als genoemd in
artikel 60 van de Wet op het notarisambt;
b. Onze Minister: Onze Minister van Financiën.
2. Onder registratie van akten wordt verstaan:
a. de opname van elektronische afschriften van akten van
notarissen in een register dat wordt gehouden door de KNB;
b. het vermelden van de gehele of gedeeltelijke inhoud van akten
waarvan de registratie wettelijk is vereist voor de geldigheid van
een rechtshandeling, andere dan notariële akten, in registers die
worden gehouden door daartoe door Onze Minister aangewezen
inspecteurs van de rijksbelastingdienst.
Artikel 2 [Vervallen per 01-01-2013]
Artikel 3
1. Akten van notarissen, welke niet zijn genoemd in artikel 4,
eerste lid, moeten binnen tien dagen na de dag waarop de akten zijn
opgemaakt, door die ambtenaren ter registratie worden aangeboden.
2. Akten van notarissen worden ter registratie aangeboden door een
elektronisch afschrift daarvan langs elektronische weg te zenden aan
de KNB.
3. Bij regeling van Onze Minister wordt, na overleg met Onze
Minister van Veiligheid en Justitie, bepaald:
a. hoe het in artikel 1, tweede lid, onderdeel a, genoemde
register is ingericht;
b. op welke wijze de registratie geschiedt;
c. op welke wijze blijkt dat een akte is geregistreerd;
d. hoe lang de gegevens in het register worden bewaard.
Artikel 4
1.Uiterste willen en de daarop of op omslagen daarvan gestelde
aantekeningen, andere akten welke uitsluitend uiterste
wilsbeschikkingen of de herroeping van uiterste wilsbeschikkingen
inhouden, zomede akten van bewaargeving, superscriptie of teruggaaf
van uiterste willen moeten door de notaris onder wie zij berusten, ter
registratie worden aangeboden binnen een maand na de dag waarop het
overlijden of de verklaring van vermoedelijk overlijden van de
beschikker te zijner kennis is gekomen, met dien verstande dat deze
termijn niet eerder aanvangt, dan met de dag, volgende op die waarop
de akten onder de notaris zijn komen te berusten.
2.Het eerste lid geldt niet ten aanzien van de in artikel 97 van
Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde akten en van akten waarvan
de beschikkingen niet meer van kracht zijn op het tijdstip van het
overlijden of van de verklaring van vermoedelijk overlijden van de
beschikker.
Artikel 5
Akten als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, worden
geregistreerd
|
Klik hier om de volledige, bijgewerkte pagina te verkrijgen.
|
|
|