WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de
zittingsduur van de raden van de gemeenten Echt en Susteren in verband
met de voorgenomen gemeentelijke herindeling van deze gemeenten te
verlengen, teneinde te voorkomen dat in een kort tijdsbestek mogelijk
tweemaal gemeenteraadsverkiezingen moeten worden gehouden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
1. De verkiezing van de leden van de raden van de gemeenten
Echt en Susteren, waarvoor de kandidaatstelling op 22 januari 2002
zou plaatsvinden, blijft achterwege.
2. De zittingsduur van de op 4 maart 1998 gekozen leden van deze
raden van de gemeenten Echt en Susteren wordt verlengd tot
1 januari 2003.
Artikel 2
1. Indien het bij koninklijke boodschap van 18 september
2001 ingediende voorstel van wet tot samenvoeging van de gemeenten Echt
en Susteren en toevoeging van de kern Nieuwstadt aan Sittard-Geleen
(Kamerstukken nr. 28 012, nrs 1, 2 en 3) op 20 september 2002
niet tot wet is verheven en in werking getreden, vindt de
kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de raden van de
gemeenten Echt en Susteren plaats op 22 oktober 2002.
2. In het geval, bedoeld in het eerste lid, gelden in afwijking
van de artikelen G 1 tot en met G 4 en V 12 van de Kieswet
de volgende tijdstippen:
a. de in de artikelen G 1, achtste lid, en G 2, achtste
lid, van de Kieswet bedoelde kennisgeving, voorafgaande aan de
kandidaatstelling voor de verkiezing van de gemeenteraad, vindt plaats
op 30 september 2002;
b. verzoeken tot registratie van aanduidingen van politieke
groeperingen voor de verkiezing van de raad van de gemeenten Echt of
Susteren, ingediend na 30 september 2002, blijven voor de verkiezing
van 4 december 2002 buiten behandeling;
c. de beslissing van het centraal stembureau, bedoeld in artikel G
4, tweede lid, van de Kieswet, vindt uiterlijk plaats op
8 oktober 2002;
d. de beslissing betreffende de toelating van de gekozen leden van
de gemeenteraad vindt plaats uiterlijk op 20 december 2002.
3. De ingevolge het eerste lid gekozen gemeenteraadsleden treden
tegelijk af met de leden van de gemeenteraden waarvoor de verkiezingen op
6 maart 2002 hebben plaatsgevonden.
Artikel 3
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 29 november 2001
BEATRIX
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.G. de Vries
Uitgegeven de dertiende december 2001
De Minister van Justitie,
A.H. Korthals