Parlementaire
behandeling:
Kamerstukken II 1995-1996, 1996-1997, 24 776.
Handelingen II 1996-1997, blz. 1658-1708, 1757-1784, 1931-1974, 2187.
Kamerstukken I 1996-1997, 24 776 (94, 94a, 94b, 94c, 94d, 94e).
Handelingen I 1996-1997, zie vergaderingen d.d. 15 en 22 april 1997.
MEMORIE
VAN TOELICHTING
WET van 24 april 1997, Stb.
1997, 178, houdende overgangs- en invoeringsrecht voor de totstandkoming
van de Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij
arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, de Wet
arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en de Wet
arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Invoeringswet
nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen).
Inwerkingtreding: 1 januari 1998 (Stb. 1997,
391), zie artikel LVII.
WIJ
BEATRIX, bij de gratie
Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz.
enz.
Allen, die deze zullen zien
of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging
genomen hebben, dat het wenselijk is de invoering van de Wet
premiedifferentiatie en marktwerking bij
arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, de Wet
arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en de Wet
arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
te
regelen, de Algemene
Arbeidsongeschiktheidswet in te trekken en in verband
daarmee enige wetten te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad
van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben
goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij
deze:
HOOFDSTUK
1
Algemeen
Art. I.
Algemene begrippen
-1. In deze wet en de daarop
berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. Onze Minister: Onze
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
b. het Tijdelijk instituut
voor coördinatie en afstemming: het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming, bedoeld in hoofdstuk IV van de
Organisatiewet sociale verzekeringen;
c. bedrijfsvereniging: een
bedrijfsvereniging als bedoeld in hoofdstuk V van de Organisatiewet
sociale verzekeringen;
d.
Arbeidsongeschiktheidsfonds: het Arbeidsongeschiktheidsfonds, bedoeld in
artikel 72
van de
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
e. Algemeen
Arbeidsongeschiktheidsfonds: het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds, bedoeld in
artikel 34 van de
Wet financiering volksverzekeringen,
zoals dit artikel luidde op de dag vóór de dag van inwerkingtreding van
deze wet;
f.
Arbeidsongeschiktheidsfonds zelfstandigen: het Arbeidsongeschiktheidsfonds
zelfstandigen, bedoeld in artikel 78 van de Wet
arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;
g.
Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten: het Arbeidsongeschiktheidsfonds
jonggehandicapten, bedoeld in artikel 63 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening
jonggehandicapten.
-2. Onder Algemene
Arbeidsongeschiktheidswet wordt verstaan: de Algemene
Arbeidsongeschiktheidswet en de daarop berustende
bepalingen, zoals die
wet en
die bepalingen luidden op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van
deze wet, met inbegrip van alle bij of krachtens wet met betrekking
tot bepalingen van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet
getroffen invoerings- en overgangsbepalingen die op die dag van kracht
waren.
Art.
II.
Intrekking AAW
-1. De Algemene
Arbeidsongeschiktheidswet wordt ingetrokken, onverminderd de artikelen
IV, VIII, zesde lid, IX, XIII,
XIV, XXIV en XXV.
-2. De algemene maatregelen
van bestuur mede op grond van achtereenvolgens de artikelen 5 en 43 van de
Algemene
Arbeidsongeschiktheidswet getroffen, berusten na de inwerkingtreding van deze wet mede op
achtereenvolgens de artikelen 2, zevende lid, en
59, tiende lid, van de Wet
arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en achtereenvolgens de
artikelen 2, achtste lid, en 51, negende lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening
jonggehandicapten. De algemene
maatregel van bestuur op
grond van artikel 59b van de Algemene
Arbeidsongeschiktheidswet getroffen, berust na de inwerkingtreding van
deze wet op artikel 28 van
de Wet
arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.
HOOFDSTUK
2
Overgangs-
en invoeringsbepalingen met betrekking tot de Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Ziektewet en de Werkloosheidswet
Art.
III.
Beschikkingen
inzake werkvoorzieningen
Beschikkingen van de
bedrijfsverenigingen op grond van artikel 57, met uitzondering van het tweede
lid, onderdeel b en c, en beschikkingen van de bedrijfsverenigingen op grond van de artikelen
57a en 58 van de Algemene
Arbeidsongeschiktheidswet worden met betrekking tot personen die verzekerd zijn
op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering aangemerkt als beschikkingen
op grond van onderscheidenlijk de
artikelen 65, 65a en 65b
van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Art.
IV.
Beschikkingen
inzake leefvoorzieningen
De Algemene
Arbeidsongeschiktheidswet blijft van toepassing ten aanzien van aanvragen voor
voorzieningen op grond van artikel 57, tweede lid, onderdeel b en
c, van die
wet, gedaan vóór de inwerkingtreding van deze wet, alsmede op de
beschikkingen van de bedrijfsverenigingen tot toekenning van deze
voorzieningen. De uitgaven in verband met deze beschikkingen komen
ten laste van het Arbeidsongeschiktheidsfonds.
Art. V.
Beschikkingen inzake
vrijwillige algemene arbeidsongeschiktheidsverzekering
Beschikkingen van de
bedrijfsverenigingen op grond van artikel 59a van de Algemene
Arbeidsongeschiktheidswet worden aangemerkt als
beschikkingen op grond van
artikel 81, tweede lid, onderdeel b, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Art.
VI.
Verhoging WAO-uitkering
De persoon die op de dag vóór inwerkingtreding van deze wet recht had op verhoging van de
arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van artikel 46a
van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering behoudt deze verhoging zolang hij daar op
grond van dat artikel recht op zou hebben als dat
|
Klik hier om de volledige, bijgewerkte pagina te verkrijgen.
|
|
|
|