Geschiedenis van dit besluit:
Datum inwerkingtreding |
Terugwerkende kracht t/m |
Betreft |
Bekendmaking regeling |
Bekendmaking inwerkingtreding |
01-01-2006 |
|
Intrekking |
Stb. 2005, 37 |
Stb. 2005, 717 |
08-09-2002 |
|
Wijziging |
Stcrt. 2002, 171 |
Stcrt. 2002, 171 |
30-10-1997 |
|
Wijziging |
Stcrt. 1997, 207 |
Stcrt. 1997, 207 |
01-01-1988 |
|
Nieuwe regeling |
Stcrt. 1986, 250 |
Stcrt. 1987, 252 |
01-01-1987 |
|
Nieuwe regeling |
Stcrt. 1986, 250 |
Stcrt. 1986, 250 |
De Staatssecretaris van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid;
Gelet op artikel 9, zevende
en negende lid, van de
Coördinatiewet Sociale Verzekering;
Gehoord de Sociale Verzekeringsraad;
Besluit:
Art. 1.
Dit besluit verstaat onder:
a. wet:
Coördinatiewet Sociale Verzekering
(Stb. 1966, 64);
b. ZW:
Ziektewet (Stb. 1967,
473);
c. WAO:
Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering (Stb. 1977,
492);
d. WW:
Werkloosheidswet (Stb.
1986, 566);
e. Zfw:
Ziekenfondswet (Stb.
1986, 347);
f. werkgever: de
werkgever tot wie een werknemer in dienstbetrekking
staat als bedoeld in
artikel 3a,
eerste lid, van de wet;
g.
uitvoeringsorgaan: het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;
h. arbeidsloon: loon
uit een dienstbetrekking als bedoeld in
artikel 3a, eerste
lid, van de wet, met
uitzondering van de uitkeringen, genoemd in
artikel 3a, tweede
lid, van de wet;
i. aanvulling:
arbeidsloon dat naar aard en strekking overeenkomt met
een uitkering krachtens de ZW, de WAO of de WW en door
de werkgever, op grond van een aan zijn werknemer
toegekende aanspraak, over dezelfde periode als waarover
de uitkering wordt verstrekt aan de werknemer wordt
betaald;
j. uitkering:
uitkering die onder toepassing van
artikel 3a, tweede
lid, van de wet op grond van
artikel 4 van
de wet als loon wordt
aangemerkt.
Art. 2.
Vervallen.
Art. 3.
-1. Indien een werknemer
die van één of meerdere werkgevers arbeidsloon ontvangt,
vervolgens in plaats van één of elk van die lonen
uitkering en aanvulling ontvangt, wordt het totaalbedrag
van laatstbedoelde uitkering en laatstbedoelde
aanvulling voor de toepassing van
artikel 9, eerste, tweede en derde lid, van
de wet geacht bij dezelfde
werkgever in de zin van de wet
te zijn genoten.
-2. Indien het eerste lid
toepassing vindt, blijft bij de berekening van het loon
waarnaar de premies op grond van de
ZW, de WAO, de
WW en de
Zfw worden geheven, in afwijking van het derde en
vierde lid van artikel 2, de aanvulling
buiten aanmerking, voor zover de aanvulling en de
uitkering tezamen meer bedragen dan het bedrag, bedoeld
in artikel 9, eerste lid,
onderscheidenlijk tweede lid, van
de wet, en blijft bij de berekening van het loon
waarnaar de premie op grond van de WAO wordt geheven, de
aanvulling buiten aanmerking voor zover de uitkering
minder bedraagt dan het bedrag, bedoeld in
artikel 9, derde lid, van
de wet.
Art. 4.
Indien een werknemer die van twee of meer werkgevers
arbeidsloon ontvangt en vervolgens in plaats van één van
die lonen een uitkering op grond van de
ZW of op grond van
hoofdstuk 3, afdeling 2,
paragraaf 1, van de Wet arbeid
en zorg en in plaats van het overige loon of één of
meer van de overige lonen uitkering ontvangt, worden
deze uitkeringen, in afwijking van
artikel 9, eerste en derde
lid, van de wet, geacht niet
bij dezelfde werkgever in de zin van
de wet te zijn genoten.
Art. 5.
Dit besluit, dat met de daarbij behorende toelichting in
de Nederlandse Staatscourant wordt geplaatst,
treedt in werking met ingang van 1 januari 1987, met
uitzondering van artikel 2, dat in
werking treedt op een nader te bepalen datum.
Art. 6.
Dit besluit kan worden aangehaald onder de titel: Nadere
regels berekening premieloon bij samenloop.
's-Gravenhage, 23 december 1986.
De Staatssecretaris voornoemd,
L. de Graaf.
|