WIJ WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses
van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is
regels te stellen tot opheffing van belemmeringen bij de uitvoering van
werken in het openbaar belang bevolen of ondernomen, uit bepalingen van
verordeningen voortspruitende;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
[1.]
Wanneer ter uitvoering van openbare
werken,
die door het Rijk of eene provincie worden ondernomen,
die door Ons, Onze Minister die het aangaat of door Provinciale
Staten onderscheidenlijk Gedeputeerde Staten krachtens de wet worden
bevolen,
|
Klik hier om de volledige, bijgewerkte pagina te verkrijgen.
|
|