Nadere regelgeving:
- Geen
WET van 20 juni 2002, houdende regels
inzake handelingen met geslachtscellen en embryo's (Embryowet)
WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het uit een oogpunt van
respect voor menselijk leven wenselijk is bepaalde handelingen met
menselijke geslachtscellen en embryo's te verbieden, te regelen onder
welke voorwaarden andere handelingen met menselijke geslachtscellen en
embryo's ter verbetering van de medische zorg toelaatbaar zijn en
regelen te stellen met betrekking tot de zeggenschap over
geslachtscellen en embryo's;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:
Paragraaf 1. Algemene bepalingen
Artikel 1
In deze wet wordt verstaan onder:
a. Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport;
b. geslachtscellen: menselijke zaad- en eicellen;
c. embryo: cel of samenhangend geheel van cellen met het vermogen
uit te groeien tot een mens;
d. foetus: embryo in het menselijk lichaam;
e. centrale commissie: de commissie, bedoeld in artikel 14 van de
Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen;
f. degene die het wetenschappelijk onderzoek verricht: degene die
de opdracht heeft gegeven voor de organisatie of uitvoering van een
wetenschappelijk onderzoek;
g. degene die het wetenschappelijk onderzoek uitvoert: degene die
belast is met de feitelijke uitvoering van het onderzoek. Indien de
feitelijke uitvoering geschiedt door een werknemer of een andere
hulppersoon, wordt degene die van deze persoon gebruik maakt
aangemerkt als degene die het onderzoek uitvoert.
Artikel 2
1. Het bestuur van een instelling waar buiten het menselijk lichaam
embryo's tot stand worden gebracht of anderszins handelingen met
embryo's worden verricht, stelt na advies van de commissie die
ingevolge de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen is
belast met het beoordelen van onderzoeksvoorstellen voor
medisch-wetenschappelijk onderzoek in de instelling, een protocol vast
betreffende handelingen met geslachtscellen en embryo's. Wijzigingen
en aanvullingen van het protocol behoeven eveneens voorafgaand advies
van bedoelde commissie.
2. In het protocol worden, voor zover in de instelling van
toepassing, met inachtneming van de artikelen 5 tot en met 9 regels
gesteld betreffende de zeggenschap over geslachtscellen en embryo's,
het tot stand brengen van embryo's buiten het menselijk lichaam, het
tot stand brengen van een zwangerschap met die embryo's en het gebruik
van geslachtscellen en embryo's voor andere doeleinden.
3. Het protocol bevat in ieder geval regels met betrekking tot:
a. de wijze waarop de ovulatiestimulatie plaatsvindt;
b. de wijze waarop geslachtscellen worden verkregen;
c. de werkwijze bij de bevruchting en bij de ontwikkeling en
implantatie van de embryo's;
d. de wijze waarop geslachtscellen en embryo's worden bewaard
en waarop de herkomst en de bewaring worden vastgelegd in de
administratie van de instelling;
e. de termijn gedurende welke geslachtscellen en embryo's
worden bewaard en de gang van zaken daarna;
f. de werkwijze betreffende het ter beschikking stellen van
geslachtscellen en embryo's voor andere doeleinden en gebruik na
overlijden;
g. de wijze waarop betrokkene wordt ondersteund bij het nemen
van een beslissing omtrent donatie van geslachtscellen ten behoeve
van de zwangerschap van een ander, indien voor de verkrijging van
de geslachtscellen een invasieve ingreep bij betrokkene
noodzakelijk is.
Artikel 3
1. Wetenschappelijk onderzoek met embryo's, daaronder begrepen
|
Klik hier om de volledige, bijgewerkte pagina te verkrijgen.
|
|
|