WIJ JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses
van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nadere
wettelijke voorzieningen te treffen inzake de door wijlen Hare
Koninklijke Hoogheid Prinses Wilhelmina der Nederlanden in 1959 aan de
staat gedane schenking;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
"Kroondrager": de Drager van de Kroon, als bedoeld in de
overeenkomst, vermeld in artikel 2;
"Kroondomein": de zaken, op 28 januari 1959 door wijlen
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Wilhelmina der Nederlanden aan de
staat geschonken, welke schenking is bekrachtigd bij de wet van 25 juli
1959, Stb. 291, benevens de daarvoor in de plaats getreden of in
de plaats tredende zaken;
"domein": het Kroondomein;
"Onze Minister": Onze Minister van Financiën;
"rentmeester": de in artikel 5 bedoelde rentmeester;
"Raad": de in artikel 6 bedoelde Raad van Beheer voor het
Kroondomein.
Artikel 2
1. De overeenkomst, neergelegd in de in afdruk bij deze wet
gevoegde akte van 29 mei 1970, houdende wijziging van enige der
voorwaarden en bepalingen van de schenking door wijlen Hare
Koninklijke Hoogheid Prinses Wilhelmina der Nederlanden aan de staat
gedaan op 28 januari 1959, wordt bekrachtigd.
2. De in het eerste lid bedoelde wijzigingsovereenkomst is mede
bindend voor een ieder die in de toekomst ingevolge de in dat lid
bedoelde overeenkomst van schenking rechten en verplichtingen kan
verkrijgen.
Het domein wordt met inachtneming van de in de akte van schenking
gestelde voorwaarden en bepalingen, zoals deze bij de in artikel 2
bedoelde overeenkomst zijn gewijzigd, beheerd als een economische en
administratieve eenheid, zoveel mogelijk met inachtneming van
bedrijfseconomische beginselen.
Artikel 5
1. Het domein wordt beheerd door een rentmeester, benoemd en
ontslagen door de Kroondrager.
2. De rentmeester voert als een goed huisvader het beheer over
het domein met inachtneming van de bepalingen van deze wet en de ter
uitvoering daarvan gegeven voorschriften.
3. De rentmeester vertegenwoordigt met betrekking tot het domein
de Kroondrager en de staat in en buiten rechte, behoudens bij
rechtshandelingen tussen de Kroondrager en de staat.
4. De Kroondrager stelt de verdere voorschriften vast, door de
rentmeester in acht te nemen.
5. De rentmeester is jegens de Kroondrager en de staat
persoonlijk aansprakelijk terzake van het gevoerde beheer.
Artikel 6
1. Er is een
|
Klik hier om de volledige, bijgewerkte pagina te verkrijgen.
|
|