a. rechterlijke uitspraak: een onherroepelijke beslissing van een
rechter wegens een strafbaar feit;
b. beschikking: een onherroepelijke beslissing van een
bestuurlijke autoriteit wegens een strafbaar feit of een feit dat
wordt bestraft als vergrijp tegen de voorschriften betreffende de
orde, voor zover tegen de beslissing beroep op een met name in
strafzaken bevoegde rechter is opengesteld;
c. uitvaardigende lidstaat: lidstaat van de Europese Unie waarin
een rechterlijke uitspraak of beschikking is gewezen;
d. uitvoerende lidstaat: lidstaat van de Europese Unie waaraan
een rechterlijke uitspraak of beschikking met het oog op
tenuitvoerlegging is of wordt toegezonden;
e. sanctie: een bij rechterlijke uitspraak of beschikking
opgelegde straf of maatregel;
f. geldelijke sanctie: sanctie houdende de verplichting tot
betaling van:
1°. een geldboete;
2°. een geldbedrag ten behoeve van het slachtoffer van het
strafbare feit, voor zover deze verplichting is opgelegd door de
strafrechter;
3°. een geldbedrag voor een schadefonds of instelling ten
behoeve van slachtoffers van strafbare feiten voor zover deze
verplichting is opgelegd bij rechterlijke uitspraak of
beschikking;
4°. proceskosten;
g. voorwerpen: alle zaken en alle vermogensrechten ten aanzien
waarvan de rechter van de uitvaardigende lidstaat heeft beslist dat
zij:
1°. de opbrengst zijn van een strafbaar feit dan wel met de
gehele of gedeeltelijke waarde van die opbrengst overeenstemmen,
of
2°. een hulpmiddel voor dat strafbaar feit vormen, of
3°. vatbaar zijn voor confiscatie door de toepassing, in de
uitvaardigende lidstaat, van een van de verruimde
confiscatiebevoegdheden in de zin van artikel 3, eerste en
tweede lid, van het Kaderbesluit 2005/212/JBZ van de Raad van 24
februari 2005 inzake de confiscatie van opbrengsten van
misdrijven, alsmede van de daarbij gebruikte hulpmiddelen en de
door middel daarvan verkregen voorwerpen (PbEU L 68 van 15 maart
2005), of
4°. vatbaar zijn voor confiscatie op grond van andere
rechtsvoorschriften van de uitvaardigende lidstaat betreffende
verruimde confiscatiebevoegdheden;
h. opbrengst: elk economisch voordeel dat uit strafbare feiten is
verkregen. Dit kunnen alle voorwerpen zijn;
i. hulpmiddelen: alle voorwerpen die op enigerlei wijze, geheel
of gedeeltelijk, zijn gebruikt of bestemd om te worden gebruikt om
één of meer strafbare feiten te begaan;
j. cultuurgoederen: cultuurgoederen als bedoeld in artikel 3:86a,
eerste lid, BW;
k. beslissing, houdende een geldelijke sanctie: een rechterlijke
uitspraak of een beschikking, waarbij een geldelijke sanctie als
bedoeld in onderdeel f van dit artikel is opgelegd;
l. beslissing tot confiscatie: een rechterlijke uitspraak die
leidt tot het blijvend ontnemen van een voorwerp;
m. veroordeelde: degene aan wie een sanctie is opgelegd;
n. officier van justitie: de ingevolge de artikelen 4 en 5
bevoegde officier van justitie, tenzij in deze wet uitdrukkelijk
anders is bepaald.