a. de Internationale Gezondheidsregeling: de
Internationale Gezondheidsregeling met Bijlagen (Trb. 2007, 34);
b. Onze Minister: Onze Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
c. publieke gezondheidszorg: de
gezondheidsbeschermende en gezondheidsbevorderende maatregelen voor
de bevolking of specifieke groepen daaruit, waaronder begrepen het
voorkómen en het vroegtijdig opsporen van ziekten;
d. jeugdgezondheidszorg: de publieke
gezondheidszorg ten behoeve van personen tot negentien jaar;
da. ouderengezondheidszorg: de publieke
gezondheidszorg ten behoeve van personen boven de vijfenzestig jaar;
e. groep A: Middle East respiratory syndrome
coronavirus (MERS-CoV), pokken, polio, severe acute respiratory
syndrome (SARS), virale hemorragische koorts;
f. groep B1: een humane infectie veroorzaakt
door een dierlijk influenzavirus, difterie, pest, rabies,
tuberculose;
g. groep B2: buiktyfus (typhoid fever),
cholera, hepatitis A, B en C, kinkhoest, mazelen, paratyfus, rubella,
shigellose, shiga toxine producerende escherichia (STEC)/enterohemorragische
escherichia coli-infectie, invasieve groep A streptokokkeninfectie,
voedselinfectie, voor zover vastgesteld bij twee of meer patiënten
met een onderlinge relatie wijzend op voedsel als een bron;
h. groep C: de krachtens artikel 19 aangewezen
infectieziekten;
i. epidemie van een infectieziekte: een in
korte tijd sterke toename van het aantal nieuwe patiënten lijdend
aan een infectieziekte behorend tot groep A, B1, B2 of C;
j. quarantaine: verblijf van een persoon die
mogelijk besmet is met een infectieziekte behorend tot groep A in
een door de burgemeester aangewezen gebouw, schip of in een aantal
aangewezen ruimten daarbinnen, in verband met de bestrijding van de
gevaren van die ziekte voor de volksgezondheid;
k. medisch toezicht: medisch toezicht op een
in quarantaine geplaatste persoon om te bezien of deze met een
infectieziekte behorend tot groep A is geďnfecteerd en
dientengevolge ziekteverschijnselen ontwikkelt;
l. besmetting: de aanwezigheid van een vector,
infectueus of giftig agens of infectueuze of giftige stof op of in
een gebouw, goed of vervoermiddel, waardoor een
volksgezondheidsrisico kan ontstaan;
m. infectie: het binnendringen en de
ontwikkeling of vermenigvuldiging van een infectueus agens in het
lichaam van mensen, waardoor een volksgezondheidsrisico kan
ontstaan;
n. vector: een insect of ander dier dat
normaliter een infectueus agens met zich meevoert waardoor een
volksgezondheidsrisico kan ontstaan, dan wel een plant of substantie
waarin een infectueus agens normaliter leeft waardoor een
volksgezondheidsrisico kan ontstaan;
o. lijk; een lijk in de zin van artikel 2,
eerste lid, onder a, van de Wet op de lijkbezorging;
p. haven: haven, inclusief de ankergebieden,
ligplaatsen, kaden, steigers en, voor wat betreft zeehavens,
aanvaarroutes vanuit zee, alsmede alle zich in de nabijheid daarvan
bevindende bedrijven, opslagplaatsen en overige terreinen en
gebouwen, die op grond van hun ligging, bestemming of gebruik moeten
worden geacht daartoe te behoren;
q. luchthaven: een terrein geheel of
gedeeltelijk bestemd voor het opstijgen en het landen van
luchtvaartuigen met inbegrip van:
1°. de daarmee verband houdende
bewegingen van luchtvaartuigen op de grond,
2°. de afwikkeling van het in de aanhef
en onder 1° bedoelde luchtverkeer, of
3°. bedrijfsmatige activiteiten die
samenhangen met de afwikkeling van het in de aanhef en onder 1°
bedoelde luchtverkeer;
r. burgerexploitant: burgerexploitant als
bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet luchtvaart;
s. gebouw: elk bouwwerk dat een overdekte
geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt, met
uitzondering van bouwwerken ten behoeve van het belijden van
godsdienst of levensovertuiging;
t. vervoermiddel: luchtvaartuig, schip, trein
of wegvoertuig;
u. goed: tastbaar product, met inbegrip van
planten en met uitzondering van dieren, vervoermiddelen en lijken in
de zin van artikel 2, eerste lid, onder a, van de Wet op de
lijkbezorging;
v. waar: eetwaar, waaronder tevens begrepen
een kauwpreparaat, drinkwaar alsmede een andere roerende zaak, voor
zover gebruikt in de sfeer van de particuliere huishouding of van
een krachtens de Warenwet daarmee gelijkgestelde andere huishouding;
w. vervoersexploitant: een natuurlijke of
rechtspersoon die verantwoordelijk is voor een schip of
luchtvaartuig dat een internationale reis maakt waarbij gebruik
wordt gemaakt van een haven of luchthaven, of diens
vertegenwoordiger;
x. laboratorium: een laboratorium waar van het
menselijk lichaam afgescheiden of afgenomen stoffen worden
onderzocht ten behoeve van de diagnostiek van infectieziekten;
y. samenwerkingsverband van registerloodsen:
het voor de desbetreffende scheepvaartweg, bedoeld in artikel 10,
eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet, aangewezen
samenwerkingsverband van registerloodsen, waarin krachtens artikel
15, eerste lid, onderdeel b, onder 2, van de Loodsenwet, is
voorzien;
z. burgerservicenummer: het
burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet
algemene bepalingen burgerservicenummer;
aa. RIVM: het met de infectieziektebestrijding
belaste onderdeel van het Rijksinstituut voor volksgezondheid en
milieu van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet op het RIVM;
ab. voorzitter van de veiligheidsregio: de
voorzitter van het bestuur van de veiligheidsregio, bedoeld in
artikel 11, tweede lid, van de Wet veiligheidsregio’s.