19 augustus 1998
Het
Landelijk instituut
sociale verzekeringen;
Gelet op artikel 78, tweede
en derde lid, WAO;
Besluit:
Art. 1.
Ten aanzien van een
buitenlandse werkgever waarvan een deel
van het personeel onder het
Nederlandse socialeverzekeringsrecht valt,
wordt voor het bepalen van het premieplichtig loon als bedoeld in artikel
1, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit premiedifferentiatie
WAO alleen rekening
gehouden met het premieplichtig loon
van dit personeel.
Art. 2.
Dit besluit treedt in
werking twee dagen na plaatsing ervan in
de Staatscourant.
Art. 3.
Dit besluit wordt aangehaald
als: Besluit premieplichtig loon
buitenlandse werkgever.
Amsterdam, 19 augustus 1998.
J.F. Buurmeijer, voorzitter.
TOELICHTING
[19 augustus 1998]
Buitenlandse werkgevers zijn
bij Nederlandse uitvoeringsinstellingen
aangesloten wanneer zij personeel in
dienst hebben dat sociaal verzekerd is
naar de Nederlandse wetgeving. Gelet
op het Besluit premiedifferentiatie
WAO (Stb. 1997, 338) is het bij deze groep werkgevers de vraag welk loon
meegenomen moet worden bij de
berekening van de opslag of de korting van de
gemiddelde werkgeverspremie; alle
loonsommen van het buitenlandse bedrijf of uitsluitend hetgeen in Nederland wordt
verloond. Uitgaande van het loonbegrip van de Coördinatiewet Sociale Verzekering
en het begrip dienstbetrekking van de ZW, WAO en
WW wordt hier
vastgesteld dat voor het bepalen van het premieplichtig loon in de
zin van het Besluit premiedifferentiatie
WAO alleen rekening wordt gehouden met
het premieloon van werknemers aangesloten bij het Nederlandse stelsel.
Daarmee wordt overeenkomstig
gehandeld met hetgeen in artikel 78,
derde lid, tweede volzin, WAO is
bepaald ten aanzien van Nederlandse
werkgevers die aangesloten zijn bij meer dan één sector. Voor ieder
bedrijfsonderdeel wordt hier een afzonderlijke berekening doorgevoerd.
Deze handelwijze heeft
gevolgen voor het indelen van de werkgever
als "grote" of "kleine" werkgever in
de zin van het Besluit premiedifferentiatie
WAO. Grote of zeer grote
buitenlandse werkgevers die één of enkele
werknemers via het Nederlandse stelsel
verzekerd hebben, zullen worden beschouwd als
een "kleine" werkgever.
Amsterdam, 19 augustus 1998.
J.F. Buurmeijer, voorzitter.
|