10 juli 1998/nr. DSB/LB
983364
De
Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Gelet op artikel 24, vierde lid, van de Wet
inburgering nieuwkomers;
Besluit:
Art. I.
-1. In afwijking van artikel
2 van het Bekostigingsbesluit
inburgering nieuwkomers wordt de rijksbijdrage voor
de welzijnscomponent verleend
en vastgesteld overeenkomstig het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid en de daarop
berustende bepalingen, zoals
deze luidden op de dag vóór de
inwerkingtreding van de Wet
inburgering nieuwkomers.
-2. Naast de in artikel 1 van
de Wet
inburgering nieuwkomers bedoelde nieuwkomer wordt als nieuwkomer beschouwd:
a. de nieuwkomer, bedoeld in
artikel 1, onderdeel i, onder 3, van
het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid, zoals dit luidde op de dag vóór de
inwerkingtreding van de Wet inburgering nieuwkomers; en
b. de nieuwkomer die op
grond van bepalingen van verdragen of
besluiten van volkenrechtelijke
organisaties niet verplicht kan worden aan een
inburgeringsprogramma deel te nemen.
-3. Op de in het tweede lid
genoemde nieuwkomers zijn de
voorwaarden van de Wet inburgering
nieuwkomers niet van toepassing.
Art.
II.
-1. Deze regeling treedt in
werking met ingang van 30 september 1998
en vervalt met ingang van 1 januari
1999.
-2. De Welzijnsregeling
inburgering nieuwkomers vervalt met
ingang van 30 september 1998.
-3. Deze regeling kan worden
aangehaald als: Tijdelijke regeling
bekostiging welzijnscomponent
inburgering nieuwkomers.
Deze regeling zal met de
toelichting in de Staatscourant worden
geplaatst.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport,
Erica Terpstra.
TOELICHTING
[10 juli 1998]
Algemeen
Op 30 september 1998 treedt
de Wet
inburgering nieuwkomers (Win) in werking. Vanaf dat moment vormt niet
langer de Welzijnswet 1994
maar
artikel 16 van de Win de grondslag voor de bekostiging van de welzijnscomponent van
inburgering. Het op grond
van artikel 16 van de Win vastgestelde
Bekostigingsbesluit
inburgering nieuwkomers zal echter pas voor het
eerst toepassing vinden in het
jaar 1999, zodat voor de periode van 30
september 1998 tot en met 31 december
1998 een regeling getroffen dient
te worden voor de grondslag van de
bekostiging. Deze regeling voorziet
daarin voor de welzijnscomponent, door te
bepalen dat in afwijking van het
Bekostigingsbesluit inburgering nieuwkomers de uitkeringen aan gemeenten
voor de welzijnscomponent
inburgering wordt verleend en vastgesteld
overeenkomstig het Bekostigingsbesluit
welzijnsbeleid en de daarop berustende
bepalingen, zoals deze luidden vóór de
inwerkingtreding van de Win.
De Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschappen treft een
vergelijkbare voorziening voor de
educatieve component.
Doelgroep nieuwkomers
Vanaf 30 september 1998
wordt de doelgroepomschrijving van
nieuwkomer in de zin van de Win gehanteerd. Dit zou echter tot gevolg
hebben dat vanaf 30 september 1998 de
categorie nieuwkomers met een
voorwaardelijke vergunning tot verblijf en
de zogenaamde EU-onderdanen niet meer als nieuwkomer kunnen worden
aangemerkt. Dat is niet de bedoeling.
Voor deze twee categorieën
vreemdelingen is daarom een uitzondering
gemaakt. Feitelijk betekent één en
ander dat de doelgroep nieuwkomers
gedurende het jaar 1998 dezelfde blijft,
maar dat op grond van artikel 1, derde
en vierde lid, van de Win de categorie 16- en 17-jarigen eraan wordt toegevoegd.
VVTV-ers
Gedurende het jaar 1998
blijft als nieuwkomer worden beschouwd
de vreemdeling aan wie een voorwaardelijke vergunning tot verblijf als
bedoeld in artikel 9a van de
Vreemdelingenwet is verleend: de zogenaamde
VVTV-er.
EU-onderdanen
Gedurende het jaar 1998
blijft als nieuwkomer worden beschouwd
de vreemdeling die op grond van
bepalingen van verdragen of van
besluiten van volkenrechtelijke
organisaties niet verplicht kan worden aan een
inburgeringsprogramma deel te nemen. Hierbij moet dan met name gedacht
worden aan onderdanen van de
Europese Unie en onderdanen van de
Europese Economische Ruimte.
Deze beide categorieën zijn
geen nieuwkomer in de zin van de Win. Deze regeling voorziet daarmee in
een afwijking van de Win tot 1 januari
1999. Reden hiervoor is dat in
overleg met de Tweede Kamer is besloten
deze twee groepen nieuwkomers in ieder
geval niet gedurende het jaar 1998
uit te sluiten van de mogelijkheid een
inburgeringsprogramma te volgen.
In deze regeling is voorts
opgenomen dat voor deze twee
categorieën de bepalingen van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid gelden en
niet de bepalingen van de Win.
Hiervoor is gekozen omdat
deze nieuwkomers onder het
Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid gedeeltelijk
verplicht waren een
inburgeringsprogramma te volgen (namelijk voor zover zij een uitkering ontvingen) en
gedeeltelijk daartoe niet verplicht waren (voor zover zij niet van een uitkering
afhankelijk waren). Door de bepalingen
van het Bekostigingsbesluit
welzijnsbeleid van toepassing te verklaren,
blijft voor deze categorieën het
onderscheid verplicht/niet verplicht aanwezig.
Daarom dient de gemeente met deze
nieuwkomers een inburgeringsovereenkomst af te sluiten en dienen de
nieuwkomers de toets of het examen af te
leggen. Zouden immers de begrippen
uit de Win "beschikking omtrent
het inburgeringsprogramma" en de "verklaring" van toepassing zijn, dan zou dat
inhouden dat het
inburgeringsprogramma door de nieuwkomer verplicht
gevolgd moet worden. De Win laat de
nieuwkomer immers geen keuze, tenzij
hij aan bepaalde in de Win genoemde
voorwaarden voldoet of ontheffing van
het college van burgemeester en
wethouders heeft gekregen.
Ten slotte wordt in de
onderhavige regeling de Welzijnsregeling
inburgering nieuwkomers ingetrokken.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport,
Erica Terpstra.
|